Vraag het aan een van onze naaimachinereparateurs en hij zal zonder aarzelen zeggen: “Ja hoor, die oude Singer of Adler? Die gaan gewoon nooit kapot.” Robuust gebouwd, simpele onderdelen, goed te repareren – ideaal voor gebruik in onze partnerlanden. Hoe anders is dat bij de moderne machines: samengesteld uit vele materialen, lastig te demonteren. Reparatie kost uren – áls het al lukt.

Het verschil tussen toen en nu zegt veel over hoe we met spullen omgaan. De afgelopen eeuw zijn we van degelijkheid naar wegwerp gegaan. Producten worden niet zelden bewust ontworpen met een beperkte levensduur. Goed voor de verkoopcijfers, slecht voor het milieu. En het is precies deze trend waar wij bij Gered Gereedschap al 40 jaar lijnrecht tegenover staan.

Wat ooit begon als een idealistische missie – geef oud gereedschap een tweede leven – wordt steeds breder omarmd. We zijn allang geen roepende meer in de woestijn. Hergebruik, reparatie, circulaire economie: het leeft. En met de komst van de EU-wetgeving rond het ‘Right to Repair’ krijgen we er zelfs wetgeving bij die onze visie ondersteunt.

En we zitten niet stil. In onze werkplaatsen worden dagelijks gereedschappen opgeknapt – van gloednieuw tot bijna antiek. De vrijwilligers weten raad met álles. Zo heeft de werkplaats in Groningen inmiddels een 3D-printer, waarmee ze onderdelen maken die nergens meer te krijgen zijn. Zo brengen we ook het meest eigenwijze stuk gereedschap weer tot leven.

Is vroeger dan toch beter? Niet per se. Ja, sommige spullen wel. Maar de wereld van nu biedt ons méér mogelijkheden, méér bewustzijn en méér technologische hulpmiddelen dan ooit tevoren. En als we die inzetten voor duurzaamheid, vakmanschap én rechtvaardigheid – dan wordt het heden steeds beter.

En daar draag ik graag aan bij.

Arjan van Dijk
Voorzitter Gered Gereedschap